ma 28 feb 2022
Het concept van ‘bullshit jobs’ is geïntroduceerd door antropoloog David Graeber in zijn boek Bullshit Jobs: A Theory (2018). Volgens Graeber is meer dan de helft van het maatschappelijk werk zinloos, en wordt het psychologisch destructief wanneer het gepaard gaat met een arbeidsethos dat werk associeert met eigenwaarde. Robert Dur, hoogleraar economie van prikkels en prestaties aan Erasmus School of Economics, legde het concept van bullshit jobs uit en gaf advies wat te doen als je er een hebt, in een interview met NPO Radio 1 (23 februari 2022).
Wat is een bullshitbaan?
De definitie van een ‘bullshit job’ is een baan waarin mensen het gevoel hebben dat ze weinig tot niets bijdragen aan de maatschappij, of misschien zelfs de maatschappij schaden. Uit de data volgt dat ongeveer 5% van de Nederlanders ervaart dat ze een nutteloze baan hebben, wat een van de laagste is in de Europese Unie.
Wie bepaalt of je een nutteloze baan hebt?
Objectief beoordelen of je een nutteloze baan hebt is erg moeilijk. Daarom wordt momenteel uitgegaan van het gevoel van mensen zelf. De hoogleraar waarschuwt dat we deze methode niet mogen onderschatten, aangezien de gevoelens van mensen over hun baan verstrekkende gevolgen hebben. Uit de gegevens volgt, dat motivatie sterk toeneemt zodra mensen een nuttig gevoel in hun baan ervaren. Bovendien verhoogt een zinvolle baan het eigen geluksgevoel van mensen sterk.
Waar zijn de meeste nutteloze banen?
Dur benadrukt dat er voor elk type baan mensen zijn die hun baan nutteloos vinden, en dat er mensen zijn die hun baan nuttig vinden. In bepaalde type banen is het aantal mensen dat vindt dat hun baan nutteloos is echter onevenredig hoog. Het gaat onder meer om banen in marketing en public relations, belastingadvies en financieel management. Maar ook in banen zoals fabriekslijnwerk zijn er relatief veel mensen die aangeven dat hun baan nutteloos is. Dat laatste kan te maken hebben met werknemers die het grotere doel uit het oog verliezen.
Advies voor mensen met nutteloze banen
Dur stelt dat we momenteel te maken hebben met een krappe arbeidsmarkt. Hij adviseert mensen dan ook om dit moment te gebruiken om een van de volgende acties te ondernemen. Ten eerste raadt hij mensen aan om binnen hun huidige baan te kijken naar aspecten die verbeterd kunnen worden. Misschien kunnen bijvoorbeeld bepaalde inefficiënte lange vergaderingen worden geschrapt. Ten tweede kunnen mensen proberen om van baan te veranderen bij een andere werkgever. Tenslotte concludeert de hoogleraar dat er ook een verantwoordelijkheid ligt bij de werkgever om kritisch te beoordelen of bepaalde vergaderingen, processen en/of activiteiten wel echt nodig zijn voor de bedrijfsvoering. (bronnen: Erasmus University Rotterdam, NPO 1)