Deze column verscheen eerder in LoopbaanVisie 2023-1 over krapte.
Mijn zus is altijd in de war met links en rechts. Al haar hele leven moet ze nadenken waar links zit en waar rechts. Terwijl er zo’n simpel ezelsbruggetje voor is. Als je je duimen en wijsvingers van beide handen strekt, verschijnt er vanzelf een hoofdletter L op je linkerhand. Maar raar blijft het dat ze zo’n trucje nodig heeft. Niet dat ze daarin de enige is. Zo’n vijftien procent van de wereldwijde bevolking schijnt het moeilijk te vinden, zo blijkt uit onderzoek. Terwijl vrijwel niemand onder en boven verwisselt.
Zelf heb ik het ook, maar dan met oost en west. Altijd moet ik bedenken dat, vanuit het perspectief van Nederland, de zee in het westen ligt en Duitsland in het oosten. Pas als ik dat heb bedacht, weet ik waar oost ligt en waar west; nooit gaat het vanzelf. Terwijl ik met noord en zuid nooit problemen heb.
En ik heb het met nog iets: wanneer heet de arbeidsmarkt nu ruim, en wanneer krap? Oké, ik weet dat momenteel heel veel sectoren en bedrijven kampen met te weinig personeel, maar verwijst dat nu naar een krappe of juist een ruime arbeidsmarkt? Even googlen en ik weet het weer: in beleidsjargon heet de huidige arbeidsmarkt krap. En toch blijf ik het verwarrend vinden. Immers, als jij en ik momenteel solliciteren, dan is de arbeidsmarkt toch zeker een vat vol mogelijkheden, opties, ruimte? Dus wat nou krappe arbeidsmarkt?
Mijn verwarring over arbeidsmarktkrapte versus -ruimte heeft wel wat van die bij oost en west en bij links en rechts. Het is een kwestie van perspectief. Onder en boven zijn altijd onder en boven, ook al doe je een handstand. En omdat noord en zuid op elke landkaart als respectievelijk boven en onder afgebeeld worden, is ook daarover de kans op verwarring klein; tenzij je navigator is ingesteld op ‘koers boven’ in plaats van ‘noord boven’. Maar bij links, rechts, oost en west, is het maar net vanuit welke kant je kijkt. Als een yogadocent haar lichaam naar links buigt, is dat voor haar leerlingen naar rechts, reden waarom de betere docent dan meestal hardop zegt: ‘buig naar rechts’. En tijdens een weekendje New York verandert Europa feitelijk in een oosters continent. Zo ook is een krappe arbeidsmarkt een relatief begrip. Wat krapte voor de werkgever is, is ruimte voor werknemers. En zodra werkgevers zeggen: ‘voor jou tien anderen’, dan weet je dat het aantal vacatures schaars is. En dat noemen we dan een ruime arbeidsmarkt.
Wat me vooral verwart is: hoezo gaat het beleidsjargon vanzelfsprekend uit van het perspectief van de werkgever? Immers, de arbeidsmarkt heet krap zodra werkgevers niet genoeg mensen kunnen vinden. Kennelijk beschouwen we de werkgever als de bovenliggende partij. Het is de werkgever die mensen inzet, als human resources, middelen dus die krap worden zodra er niet genoeg van voorhanden is. Is dat niet de wereld op zijn kop? Een indirect bewijs bovendien dat de mens in de wereld van werk allesbehalve centraal staat? En dat terwijl de mens er eerst was, en pas veel later de bedrijven.
Hoe je de arbeidsmarkt ook bekijkt: feit is dat wat momenteel een probleem is voor werkgevers, een mogelijkheid is voor werknemers. Werknemers kunnen momenteel alle ruimte pakken om het werk naar hun hand te zetten. Nu is de tijd om naar een mooiere baan te solliciteren, een hoger salaris te vragen, en ruimte en aandacht te vragen voor autonomie in je werk, ontwikkelingsmogelijkheden en liefst ook een fijne werksfeer. Als we dat als werknemers nu een beetje handig collectief aanpakken, wie weet kunnen we dan de wereld van werk structureel veranderen. En wel zodanig, dat de macht tussen zij die werk geven en zij die werk nemen, een beetje gelijkelijk wordt verdeeld. Bij een evenwichtige machtsverdeling hoef je namelijk niet meer te duwen en te trekken. Vanuit gelijkwaardigheid kun je samen bouwen aan een wereld van werk die niet slechts voor een partij, maar voor beide een optimale match is. Een beetje zoals in een goed huwelijk, waarin geen van beide partners de baas is over de ander. Als dat toch eens zou lukken. Dan hoeven noch werkgevers, noch werknemers krapte te ervaren, en is er werk en winst in overvloed.
Mijn zus’ verwarring over links en rechts is hiermee natuurlijk nog niet opgelost. Maar gelukkig heeft zij ook niet de ambitie om te kiezen voor het vak van yogadocent.
Aukje Nauta is zelfstandig organisatiepsycholoog en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden, een leerstoel mogelijk gemaakt door opleidingsinstituut Sioo. www.aukjenauta.nl