Korte verhalen: Verdienmodel

ma 31 jan 2022 – Martin Reekers

Ik wou dat ik kon zwerven
door de wereld
in mooi weer
of in warme regen
De eerste stap vereist het lef
dat ik ontbeer…
Van echte durf beroofd,
kan ik enkel zwerven,
zwerven door mijn hoofd…

Verdienmodel
Van alle bestaande woorden vind ik ‘verdienmodel’ op afstand het lelijkst. In mijn dertiende druk van de Van Dale staat het nog niet, dus het moet relatief nieuw zijn. Het is jammer genoeg aan mijn aandacht ontsnapt wanneer het precies onze taal binnendrong, want ik had graag harde actie gevoerd om het tegen te houden. Het gaat mij niet om het woord zelf of de klank ervan, want het is samengesteld uit de onschuldige woorden ‘verdien’ en ‘model’. Bovendien is bij het uitspreken niet de energie voelbaar die je met vloeken en schuttingwoorden oproept. Het woord ligt neutraal en slapjes op de tong net als ‘rododendron’ dat wel als vloekvervanger wordt gesuggereerd. Tevergeefs omdat het ten enenmale de pit ontbeert voor wat niet voor niets een ‘krachtterm’ wordt genoemd. Toch heeft het woord ‘verdienmodel’ een ongelooflijke kracht. Een kracht die niet schuilt in de klank maar in de disruptieve betekenis ervan. Die onschuldige woordsamenstelling biedt een eufemistische dekmantel aan het rücksichtslos overal een slaatje uitslaan. Natuurlijk, er moet brood op de plank, maar het verdienmodel legitimeert elke aanpak.

Algoritmes ontrafelen jouw guilty pleasures en toveren straffeloos alle producten, die je misschien wel zou willen hebben, onafgebroken op je computerscherm. Als waren het worsten die je zó dichtbij worden voorgehouden dat ze op je lippen hangen, zodat je bijna wel moet happen zodra je je mond open doet. Maar het verdienmodel laat het niet bij de commerciële sector. Ook daarbuiten woekert het voort en legitimeert het dat ook aan ideële zaken op onfatsoenlijke wijze verdiend mag worden. Biologische producten en groene stroom worden niet aangeboden omdat wij daarmee de natuur sparen, maar omdat de term ‘biologisch’ lekker verkoopt. Maar er is meer. Veel meer. Goede doelen sturen je ongevraagd post met daarin een cadeautje, ansichtkaarten of zo. “Het is gebleken dat het meesturen van een kleine attentie de opbrengst aanzienlijk verhoogt. En wel zodanig dat dit de extra kosten die nodig zijn om de attentie te maken en te versturen, geheel rechtvaardigt”, zegt zo’n goed doel daarover nadat ik mij beklaagde over de ongevraagde ‘attentie’. Journalisten zijn onder druk van het verdienmodel van hun medium niet langer de publiek informerende observanten maar vuige, op sensatie en scoops beluste nieuwsuitlokkers en overdrijvers. Politici zijn geen idealisten die je met argumenten willen winnen voor hun visie op een betere samenleving. Zij zijn verworden tot slaven van de gunst van het electoraat die marketingspecialisten laten bedenken welke oneliners en videoboodschappen het best scoren.

Er zijn ook verdienmodellen die je doortrapt afpersen. Veel subtieler dan de maffia die met geweld horecaondernemers overtuigt dat zij tegen een forse vergoeding bescherming nodig hebben. Zij leveren onder het mom van service en verbetering ongevraagd voortdurend nieuwe software voor je computer- of smartphone waardoor de capaciteit van je goedwerkende apparaat tekort gaat schieten en je wel een nieuwe moet kopen.

Vrijemarktwerking is het alibi waarmee het verdienmodel scrupuleloos kan voortwoekeren in sectoren waar niet het verdienen maar het publieke belang op de voorgrond zou moeten staan. De zorg bijvoorbeeld, waar managers, de vazallen van het verdienmodel, de zorg reduceren tot technische handelingsminuten en er elk authentiek menselijk contact uitzeven.

Verdienmodellen… waar hebben we die eigenlijk aan verdiend?

Martin Reekers (1951) schrijft regelmatig voor LoopbaanVisiehet onafhankelijke vakblad voor professionele loopbaanadviseur en publiceert boeken binnen het domein mens en werk. Hij is tevens cartoonist. Cartoonisten proberen de werkelijkheid vanuit andere, vaak onverwachte, perspectieven te belichten. Precies dat probeert Martin ook met zijn columns te doen. Soms vederlicht met een vleugje absurdisme, soms wat meer filosofisch, maar altijd afgeblust met een scheutje humor.