Korte verhalen van Martin Reekers: Sneue joggers

Zwerven door mijn hoofd

Ik wou dat ik kon zwerven
door de wereld
in mooi weer
of in warme regen
De eerste stap vereist het lef
dat ik ontbeer…
Van echte durf beroofd,
kan ik enkel zwerven,
zwerven door mijn hoofd…

Sneue joggers
Ze zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld van de westerse wereld. De joggers. Met rode bezwete koppen ploeteren zij voort op hun weg. Die weg is voor hen slechts een middel.  Ik zelf vind joggen niets. Ik wil best lopen en ook wel hard lopen maar wel in een functionele directe relatie met mijn doel. Als ik om op tijd te komen voor een belangrijke afspraak hard moet lopen om de trein te halen dan doe ik dat. 

Joggers hebben hele andere redenen om hard te lopen. Voor de ene is de lengte van de weg de meetlat voor zelfovertreffing: ‘Ik liep vandaag een ‘pee-erretje’, roepen ze dan enthousiast als ze thuis komen. Voor de ander is het de competitie: ‘Ha, jij mag dan meer verdienen, een grotere auto rijden en in een poenerig huis wonen, maar ik loop je er vierkant uit!’ Je hebt ook de jokkende jogger die, vaak bij een goed glas, het aantal gelopen kilometers ernstig naar boven afrondt. Voor weer anderen is er sprake van een met veel strijd te realiseren missie: het verliezen van overtollig vet. Zij kijken niet op een stopwatch en meten zich niet met anderen en ze houden zich niet bezig met gelopen kilometers. Zij sjokken voort met een gezicht van: ben ik er nu nog niet? Zij gaan na het joggen meteen op de weegschaal staan om te kijken of het heeft geholpen en meestal is dat niet zo. Zij vormen de sneue types van het joggingras. Je pikt hen er  ook direct uit. Het zijn die types die door hun bewegingswijze hard lijken te lopen, terwijl ook hun vuurrode bezwete koppen en eng kloppende aderen bij de slapen die indruk wekken, maar ze lopen zó langzaam hard dat zij ook gemakkelijk wandelend zijn bij te houden. Je herkent hen ook aan hun vaak indrukwekkende konten die zich scherp aftekenen in hun strakke hardlooppakken. Maar goed dat ze niet hard gaan, denk ik dan, want als zich ineens een scherpe bocht aandient dan zal die immense massa toch de neiging vertonen recht door te gaan.

Maar begrijp mij niet verkeerd. Ik heb niets tegen deze joggers. Ik heb eerder zielsmedelijden. Behalve dat zinloze lopen, moeten zij leven op smakeloze diëten. Zij moeten leren direct het hoofd af te wenden zodra een frikandel speciaal of een patatje pindasaus in hun gezichtsveld verschijnt omdat zij al aankomen bij het zien er van. Ze moeten toe zien hoe hun intimi met een lager verbrandingsrendement straffeloos vrachten aan calorieën laden terwijl zij hun rauwe worteltje oppeuzelen en smerige groentesapjes drinken.

Vreselijk, denk ik dan, en bij zo’n gedachte schenk ik een lekker wijntje in, trakteer mijzelf op een toastje Rochefort en realiseer mij dat het leven hard is. Keihard!

Martin Reekers (1951) schrijft regelmatig voor LoopbaanVisie, het onafhankelijke vakblad voor professionele loopbaanadviseur en publiceert boeken binnen het domein mens en werk. Hij is tevens cartoonist. Cartoonisten proberen de werkelijkheid vanuit andere, vaak onverwachte, perspectieven te belichten. Precies dat probeert Martin ook met zijn columns te doen. Soms vederlicht met een vleugje absurdisme, soms wat meer filosofisch, maar altijd afgeblust met een scheutje humor.
In 2021 verscheen bij Uitgeverij Kloosterhof zijn boek
Een sleutel naar het walhalla: Openingen voor een mooie pensioenbeleving.