Ergens voelt het als mosterd na de maaltijd. Om nu nog, nu al lang en breed duidelijk is dat Ronald Plasterk nu niet, later niet en nooit niet premier van Nederland zal worden, terug te komen op dat vergeefse briefje dat hij naar de Telegraaf stuurde, waarin hij openlijk zijn excuses maakt jegens Pieter Omtzigt. Tegelijk is zijn excuusbriefje prachtig voer voor een psycholoog als ik om de wetenschap en praktijk van effectief excuses maken uit de doeken te doen. Het leent zich namelijk uitstekend voor een heldere analyse van de do’s en don’ts van sorry-zeggen waar iedereen – ook gij, loopbaanprofessional, die vast ook wel eens een foutje maakt – zijn, haar of hun voordeel mee kan doen.
Dus hier komt die analyse.
Het briefje opent als volgt: “Mij is veel gevraagd hoe ik erop terugkijk dat ik in het debat over de eerste informatieronde heb verteld dat de dienstauto van de informateur gebruikt was.”
Wat in deze zin ten eerst opvalt, is dat Plasterk zijn excuus niet start met de feiten – zo van: ‘Ik heb in het debat verteld dat Omtzigt mijn dienstauto heeft gebruikt’ – maar dat ánderen hem hierover bevroegen. Dit doet vermoeden dat Plasterk niet zozeer op zijn eigen moreel kompas vaart, maar vooral in beweging komt nadat ánderen hem ergens op aanspreken. Ten tweede valt op dat hij het heeft over de ‘auto van de informateur’. Die informateur, dat is hijzelf. Alsof hij zichzelf distantieert van zijn rol; alsof dus niet hijzelf, maar de functionaris die hij op dat moment was, verantwoordelijk is voor zijn daden.
In zin twee lijkt hij dan toch de volle verantwoordelijkheid te nemen: “Ik hecht eraan te stellen dat ik dat niet had moeten doen; het was onnodig en misplaatst.” Mooie woorden die klinken als een oprecht excuus. Daarna schrijft hij: “Ik heb er nadien daarom persoonlijk mijn excuses voor gemaakt bij Pieter Omtzigt en herhaal die graag publiek: sorry Pieter!” Waarna hij ondertekent met “R. Plasterk, Amsterdam”. Een opvallend contrast met het informele ‘Pieter’.
Einde briefje. Kort. Maar of het krachtig is?
Plasterk had dus al zijn excuses gemaakt, persoonlijk nog wel. Dus waarom dan alsnog en plein public? Later bleek dat Omtzigt dat zelf graag wou, alleen dan niet via de Telegraaf, maar bij voorkeur in een talkshowinterview. Dat doet vermoeden dat Plasterks excuses geen oprechte excuses zijn, maar excuses met een vette onderstroom van wat ook wel bekend staat als passieve agressie. Een beetje zoals de excuses die de vader van een vriend van me placht te maken, tegenover diens moeder, in de nadagen van het huwelijk van zijn ouders. Als zij weer eens terecht boos was na zijn te langdurige cafébezoek, dan wierp hij zich theatraal voor haar op de grond, sloeg met zijn handen meermaals op de grond, en kermde luidkeels: “sorry-sorry-sorry!” Uiterlijk een sorry, maar in de onderstroom een diep verwijt dat zíj de reden was waarom hij zo diep door het stof moest.
Wat werkelijk ontbreekt aan de excuses van Plasterk, is dat hij niet met herstelacties komt. En daarmee blijkt zijn sorry hol, leeg en onoprecht. Hij verbindt er geen enkele consequentie aan ter verbetering van zijn gedrag.
Welke lessen zijn derhalve te trekken uit deze sorry-analyse? Ik noem er vijf.
Les 1. Heb of ontwikkel een eigen moreel kompas. Kom niet pas in beweging als anderen je ergens op aanspreken, maar reflecteer liefst dagelijks op je eigen handelen. Ontdek je een smetje, maak dan uit eigener beweging je oprechte, onvoorwaardelijke (d.i. geen sorry-als, maar sorry-dat) excuses.
Les 2. Verschuil je niet achter een rol, maar neem je eigen verantwoordelijkheid. Dat doe je door in de ik-vorm je fout te beschrijven en erkennen, zo van: ‘Ik heb publiekelijk verklapt dat jij, Pieter, mijn dienstauto hebt gebruikt en dat was fout van mij.’
Les 3. Stel je gelijkwaardig op, niet onder en ook niet boven de ander. Dus als je de ander met de voornaam aanspreekt, gebruik die dan zelf ook. En val ook weer niet voor de ander op je knieën.
Les 4. Bied je excuses mondeling aan. Onder vier ogen. Face tot face. Daarna is het genoeg. Tenzij het onderdeel uitmaakt van een herstelactie die je samen hebt afgesproken, en dat brengt me bij de laatste maar niet minste les:
Les 5. Herstel jezelf daadwerkelijk. Als je sorry hebt gezegd voor je pestgedrag, ga dan niet door met pesten, maar beloof ermee te stoppen en doe dat dan ook echt.
Sorry zeggen doe je om het goed te maken, niet als een middel tot een heel ander doel (zoals, ik noem maar wat, minister-president willen worden of ongelimiteerd cafébezoek), want juist dan schieten jouw ‘excuses’ alle doelen voorbij.
Aukje Nauta is zelfstandig organisatiepsycholoog en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden, een leerstoel mogelijk gemaakt door opleidingsinstituut Sioo.