Promotie maken: hoe pak je dat aan? En wat houdt promotie eigenlijk in, nu organisaties veel platter zijn geworden? ‘Mijn gehele loopbaan heb ik altijd heb geprobeerd om op het niveau te werken dat net iets hoger lag dan mijn functie.’

Voor Ingmar Zwart, werkzaam in de academische wereld op het snijvlak van scheikunde en natuurkunde, lag zijn loopbaan al min of meer voor hem uitgestippeld. Hij zou beginnen als promovendus, om uiteindelijk de hoogste functie te bereiken: hoogleraar. Die laatste stap in zijn carrière wordt bijna voltooid.

Voor Charlotte Lindvåg de Haas ligt dat anders: zij werkt bij een strategisch marketing en communicatiebureau, gericht op duurzame events. Een echte hiërarchie is er binnen het bedrijf niet – laatst zijn de titels van junior, medior en senior geschrapt. Maar toen ze steeds meer taken op zich nam en meer kennis vergaarde, kon ze concluderen: ik heb promotie gemaakt. Een gesprek over haar salaris en titel volgde.

Charlotte’s verhaal zie je steeds vaker, zegt hoogleraar duurzame loopbanen Jos Akkermans. ‘In essentie zijn promoties niet veel veranderd, het gaat nog steeds om extra taken en salarisgroei. Maar wat je wel ziet, is dat de context is veranderd. Organisaties zijn bijvoorbeeld veel platter geworden, waardoor promotie minder prominent aanwezig is. Ook is subjectief loopbaansucces, zoals een gevoel van voldoening wanneer je ergens beter in wordt, steeds belangrijker geworden.’

Blijf leren
Hoe werk je dan toe naar promotie? Daarvoor zijn volgens Akkermans nog steeds veel van dezelfde dingen belangrijk. ‘Zorg ervoor dat je je kennis en vaardigheden uitbreidt. Volg bijvoorbeeld een training. Wees expliciet naar je leidinggevende dat je wil leren.’ Zowel Ingmar als Charlotte namen in aanloop naar hun promotie taken op zich die buiten hun functie lagen. Ingmar: ‘Mijn gehele loopbaan heb ik altijd heb geprobeerd om op het niveau te werken dat net iets hoger lag dan mijn functie. Toen ik promovendus was, ging ik bijvoorbeeld ook college geven. Als postdoc stelde ik voor om andere onderzoekers te begeleiden, terwijl dat niet bij mijn takenpakket hoorde.’

Charlotte voelt zich heel betrokken bij haar collega’s en zag dat een collega worstelde met de hoeveelheid werk. ‘Ik spring dan graag bij. Ik ging haar ondersteunen met de communicatie, terwijl ik enkel verantwoordelijk was voor het organiseren van events. Die communicatietaken bleken mij goed te liggen. Dat voelde ik zelf, maar dat zagen mijn leidinggevenden ook. Daarom kreeg ik er steeds meer taken bij, wat veel voldoening gaf.’

Dingen doen die niet bij je functie horen, is niet alleen goed om je kennis en vaardigheden uit te breiden, legt Akkermans uit. Het geeft je ook een inkijkje in hoe je werk er in de toekomst uit gaat zien – en of je dat eigenlijk wel leuk vindt. ‘Ik kreeg ook inzicht in waar ik nog kon verbeteren. Een waardevolle les,’ zegt Ingmar. Toch waarschuwt Akkermans dat je niet altijd maar meer taken op je moet nemen. ‘Hoe graag je die promotie ook wil, het is belangrijk om je gezondheid en ook je werkgeluk in de gaten te houden. Neem niet zomaar extra taken op je, maar kijk goed naar wat je aan kan.’

Vertrouwen
Akkermans raadt aan om iemand in vertrouwen te nemen, die je zowel kan mentoren als bij wie je je ei kwijt kan. Charlotte: ‘Ik ben altijd heel open geweest dat ik nieuwe dingen wil proberen. Daar gaven mijn managers mij alle vertrouwen in en dat stimuleerde mij mijzelf steeds verder te ontwikkelen.’

Ingmar had een leidinggevende die voor 100 procent achter hem stond. ‘Samen met mijn leidinggevende keek ik naar waar mijn kansen lagen. Als je een leidinggevende hebt die je niet support, of zelfs tegenwerkt, dan wordt het een heel lastige rit.’ Ook zijn partner was erg ondersteunend tijdens zijn promotie. ‘Daardoor kon ik met een gerust hart ’s avonds nog even werken, of lang weg zijn voor een congres.’ Charlotte kon haar frustraties kwijt bij haar naaste collega’s, die haar goed begrepen. ‘We zijn allemaal vrouwen: we snappen van elkaar dat we emoties willen uiten.’

Overuren maken
Het idee is vaak: als ik promotie wil maken, dat moet ik overuren maken. Volgens Akkermans is dat in zekere zin ook het geval. ‘Als je promotie wil maken, dat moet je op een bepaalde manier ervoor zorgen dat je er tussenuit springt.’ Volgens Akkermans is het niet erg als je je in aanloop naar je promotie even ‘het snot voor de ogen werkt. ‘Maar denk goed na hoe en wanneer je die rust en balans weer terugbrengt in je werk als je die promotie eenmaal hebt gemaakt.’ (bron: Intermediair)