Veel werknemers blijven hangen in een baan die op papier prima lijkt: een goed salaris, fijne collega’s en korte reistijd. Toch voelt het niet goed en denken sommigen dat een nieuwe baan de oplossing is. Loopbaancoach Judith Knobbout waarschuwt echter dat wie zijn eigen patronen niet herkent, vaak in een volgende functie opnieuw vastloopt.

Uit het Workforce Pulse 2024-onderzoek van HR-softwarebedrijf Personio blijkt dat 46% van de Nederlandse werknemers binnen een jaar wil overstappen. Toch durven velen de stap niet te zetten. Volgens Knobbout vertellen mensen zichzelf geruststellende excuses – “het is maar een fase” of “ik moet niet zeuren” – waardoor ze te lang blijven zitten. Dit kan op termijn leiden tot stress of zelfs lichamelijke klachten. Bewustwording van eigen gedragspatronen is daarom cruciaal om weloverwogen keuzes te maken.

Angst voor onbekende
Veel mensen blijven in een baan die niet meer past omdat ze zekerheid zoeken, stelt Knobbout. Ze willen garanties dat een nieuwe stap de juiste keuze is en dat ze zich beter zullen voelen. Deze twijfel zorgt ervoor dat ze blijven hangen, ook als ze al zijn vastgelopen. Vaak komt dit niet alleen door het werk zelf, maar doordat de functie niet (meer) bij hen past. Dit kan leiden tot vermoeidheid, gebrek aan initiatief, terugkerende twijfel, lichamelijke klachten of zelfs overspannenheid.

“Die garantie dat een nieuwe stap per definitie beter is, krijg je nooit.”

Patronen werken belemmerend
Veel mensen nemen onbewust hun gedragspatronen – zoals perfectionisme, te veel verantwoordelijkheid nemen of moeite met grenzen stellen – mee naar elke baan. Hierdoor lopen ze telkens op dezelfde manier vast, ook in een nieuwe functie. Vaak weten ze vooral wat ze níet meer willen, maar hebben ze geen duidelijk beeld van wat wel past. Dit kan leiden tot impulsieve keuzes of vluchtgedrag, zoals het idee “iets totaal anders” te gaan doen, zonder hun onderliggende patronen aan te pakken.

Wanneer weet je echt dat je moet gaan?
De signalen dat je werk niet meer bij je past, zijn vaak subtiel maar duidelijk. Je voelt je zelden echt betrokken bij wat je doet en blijft in een kringetje van twijfel hangen zonder tot actie te komen. Regelmatig betrap je jezelf erop dat je anderen benijdt die wél enthousiast zijn over hun werk. Ondertussen begint je lichaam signalen te geven, zoals vermoeidheid, hoofdpijn of spanning. Uiteindelijk kost je werk meer energie dan het oplevert. Toch stellen veel mensen zichzelf gerust en blijven ze hangen, ondanks dat ze diep vanbinnen al weten dat het niet meer klopt.

Drie vragen om jezelf eerlijk te stellen
Twijfel je over je baan? Stel jezelf dan deze vragen:
1. Waar zit mijn onvrede precies? Gaat het over de inhoud of over hoe ik me verhoud tot mijn werk?
2. Wil ik ergens naartoe of vooral weg van hier? Wat trekt me in een andere stap?
3. Wat houdt me tegen? Is het zekerheid, sociale verwachtingen of twijfel aan mezelf?

Als je vooral weet wat je niet meer wilt, is het goed om eerst stil te staan. ‘Mensen gaan vaak weg van iets, zonder echt te weten waar ze naartoe willen. Dan is het risico groot dat je in hetzelfde patroon terechtkomt.’

Tot slot
Wachten op zekerheid is zinloos, benadrukt Knobbout. ‘Die garantie dat een nieuwe stap per definitie beter is, krijg je nooit. Wel kun je leren luisteren naar je lichaam en intuïtie: waar krijg je energie van en wat wekt je nieuwsgierigheid?’ Door hier bewust bij stil te staan, wordt de volgende stap vaak vanzelf duidelijker. Soms is het mogelijk je huidige werk beter op jezelf af te stemmen door taken anders te verdelen – ook wel jobcrafting genoemd. Maar vaak is het nodig eerst dieper naar je eigen patronen te kijken. (gebaseerd op: Intermediair)