Bij polair denk ik aan de beide polen van onze aarde. Ze staan heel ver van elkaar af, maar ze lijken veel op elkaar. Koud, veel ijs, onherbergzaam. In het tussenliggende landschap is het juist warm, geen ijs en meestal qua klimaat redelijk aangenaam.

In de huidige politiek wordt het woord ‘polariserend’ vaak gebruikt. Dan betekent het dat de meningen ver uit elkaar liggen en dat de ene partij de andere als onherbergzaam ervaart. Ze proberen zo ver mogelijk uit elkaar te liggen, net als de polen van de aarde. In het tussenliggende landschap is er wat meer nuance, maar echt warm of redelijk aangenaam wil het er tegenwoordig niet meer zijn.

Als chemicus zie ik bij het woord polair ook altijd watermoleculen voor me. Ze hebben een plus- en een min-kant. In water zijn ze met vele moleculen. Ze trekken elkaar aan: de plus-kant zoekt de min-kant van een ander molecuul op en zo hechten ze zich aan elkaar. Niet heel strak, het is geen verbinding, maar een soort aangenaam verpozen. De plus houdt van min, zoals stellen met tegengestelde persoonlijkheden elkaar aangenaam vinden om mee om te gaan. Dankzij dat beetje aantrekkingskracht kun je water schenken zonder dat de stroom breekt.

In de politiek hecht de ene kant zich juist niet aan de andere kant, ze stoten elkaar af. Zo krijg je los zand, er is geen verbinding.

Als coach probeer je de stellige kant van je klant wat te nuanceren. De meeste dingen zijn niet zo zwart-wit. We willen dat klanten begrip krijgen voor de andere kant van hun mening, zodat ze ook op kunnen schieten met mensen met een andere mening. Dat ze zich een beetje kunnen verbinden met die andere pool, zoals watermoleculen doen. Het hoeft niet sterk te zijn, maar sterk genoeg om het water te kunnen laten stromen, de organisatie te kunnen laten draaien.

Een beetje hechting, liefst warm, geen ijs en redelijk aangenaam.

Joke Tacoma is psycholoog en loopbaancoach. Haar specialisme is mensen met een technische achtergrond. www.tacomacoaching.nl